maandag, juni 01, 2015

Kruger National Park

Ondertussen zijn we net 4 weken terug van onze trip naar Kruger National Park.  De dag voor we vertrokken haalden we onze huurauto op, een echte “bakkie”. Een pick-up zouden wij het noemen, een “bakkie” is het in Zuid-Afrika.  Als echte Zuid-Afrikanen gingen we dan  ook kamperen.  Onze tent, slaapzakken, kookgerief, werden allemaal ingeladen.  En, onze gevulde frigobox, niet te vergeten!  We hebben ons een Coleman Extreme aangeschaft, wat een gerief. 



De eerste dag stond ons een tocht van meer dan 600 km voor de boeg.  Ons plan was om naar het noorden van het park te rijden en dan stilletjes aan naar het zuiden te trekken.  Dat is ons mooi gelukt. 
Na een rit van 6-7 u kwamen we aan in Punda Maria.  Een paar kilometer voor de ingang zagen we een winkeltje met de naam Punda Malia.  We dachten dat dat spellingsfout was.  Maar, later zagen we een verklaring.  De eerste ranger die hier in de regio gestationeerd was, zag als eerste groot dier een zebra.   Bijgevolg noemen hiji zijn kantoor “Punda Maria”. Hij gebruikte het Swahili word voor zebra.  Maar hij bleek een fout gemaankt te hebben.  Het juiste word in Swahili voor zebra is Punda Malia.  Hij besloot de naam Punda Maria te behouden, als eerbetoon aan zijn vrouw Maria.

Het was even zoeken naar een kampeerplaatsje, maar eens alles opgesteld was deden we nog snel even een eigen “game drive”.    Na de eerste impala’s en zebra’s was het tijd voor onze eerste “braai”. Na 10 dagen braaien, begint het ons al aardig te lukken. 
Baobab

Het noorden van Kruger is meer bebost, echte savanna.  Een gevarieerd landschap, met prachtige baobabs. Het was iets moeilijker om dieren te zien in dit gebied, maar we leerden het landschap meer apprecieren en  we zagen heel wat vogels. 
Af en toe moesten we giraffen, olifanten of antilopes de baan laten overstteken.  Een paar keer hebben we moeten stoppen om een kudde van bijna 100 buffalo’s de straat te laten oversteken. 



Eens we meer naar het midden van het park reden, kwamen we in een ander landschap terecht.  Mindere hoge bomen, geen baobabs meer, en hier en daar zelfs zo dicht bebost dat we geen dieren meer konden zien.  Zelfs een olifant die op 20 meter van de weg stond, zagen we pas op het laatste ogenblik.



In het zuiden kwamen we terecht in grasland.  Wat ik dacht dat savanne was, is eigenlijk grasland.  In de films zoals “The Lion King” wordt het landschap voorgesteld als savanne, maar dat blijkt fout te zijn.  Eens meer aangekomen aan de graslanden, was het tijd om leeuwen te zien.   Hoewel we er al een gezien hadden, hier was de “place to be” voor leeuwen.  En inderdaad, we hebben een mooi groepje gezien. 





Het was een mooie reis, met prachtige natuur.  De kampplaatsen waren telkens mooi met af en toe een prachtige lokatie aan het water.  Een luipaard en jachtluipaard hebben we niet gezien op onze trip, dus zullen we nog eens moeten terug gaan…

zonsondergan aan Olifantskamp en zonsopgang aan Lower Sabie kamp




Geen opmerkingen: